Bestaat de juiste therapeut?

Bestaat er zo iets als de juiste therapeut? Of de juiste therapie?

Dat houdt dan in dat er ook zoiets bestaat als de foute therapeut. Of foute therapie?

En bestaat er voor ons therapeuten zoiets als de juiste cliënt? En wat is dan een foute cliënt?

Als een cliënt bij mij komt en niets kan meenemen van wat ik aanbied, is dat dan een foute cliënt? Of ben ik in dat geval een foute therapeut?

We neigen er toe alles in vakjes op te delen: goed, slecht. Ook therapie. En de therapeut. De criteria die we daarbij gebruiken zijn individueel verschillend. Naargelang wat we denken nodig te hebben. De één is op zoek naar empathie, naar begrip of een luisterend oor. De ander naar inzicht en een stuk confrontatie.

Als therapeut deelde ik bij aanvang ook mijn cliënten op in categorieën. Mijn goeie cliënten waren dan enthousiaste mensen die met name door waar we in therapie naar keken, veranderingen konden doorvoeren in hun leven en zich hierdoor beter voelden. De slechte cliënten waren dan zij die mij schouderophalend of weerstandig benaderden.

Maar kloppen deze beelden wel?

Meer en meer neig ik ertoe om mezelf de juiste therapeut te voelen bij elke cliënt. En mijn cliënt is de juiste cliënt voor mij ook al loopt hij na een half uur boos weg. Vreemd toch die neiging van ons mensen om van alles wat te vinden. Als of er geen magie bestaat. Geen hoger plan waardoor die bepaalde cliënt net op dat ogenblik bij mij terecht komt, mij heeft uitgekozen binnen het grote aanbod aan therapeuten.

Net als therapie schuurt – langs beide kanten – liggen er kansen om te leren. Net als iets ons uit onze comfortzone haalt, kan er iets bewegen. Maar durven wij – therapeut én cliënt – die kansen te nemen? Dat is magisch. Magie in de therapiekamer. De reden waarom therapie mij na al die jaren nog steeds boeit is net dat onvoorspelbare, oncontroleerbare waarbij iets gebeurt tussen twee mensen waarvan de essentie voorbij woorden ligt. Als therapeut weet ik niet of, wanneer en hoe mijn woorden en interventies vruchtbaar worden. Maar ik werk voluit alsof elke sessie mijn laatste zou kunnen zijn.

Bart De Coninck